Nederlands Overzicht

Wanneer dit venster geraadpleegd is, sluit het dan, en je bent weer terug op de hoofdpagina.

De beschouwingen op deze website maken deel uit van een filosofich onderzoek dat geïnspireerd is door de Klassieke Aristotelisch-Thomistische Substantie-Accident Metafysica -- d.w.z. een (klassieke) filosofische theorie over zijnden voorzover zijnden -- in het bijzonder (zijn zij geïnspireerd door) de uitwerking die St Thomas van Aquino er aan gaf.
Die metafysica is thematisch uiteengezet in zijn korte verhandeling De Ente et Essentia en in zijn (uitgebreide) Commentaar op de Metafysica van Aristoteles, maar keert terug op veel plaatsen in z'n filosofische odyssee.

De Klassieke Substantie-Accident Metafysica onderzoekt niet hoe een Keukenzout kristal precies is opgebouwd, of hoe de vliegspieren van een Coloradokever precies werken, zij is een zeer algemene theorie, zij onderzoekt "zijnden voor zover zij zijnden zijn". Er wordt daar bijvoorbeeld gesteld dat  b e p a l i n g e n  zoals "rood", of, zeg, "1.70 lang ", weliswaar werkelijk bestaan, en dus in zekere zin zijnden zijn, maar toch geen echte zijnden zijn, en dit betekent hier : geen zelfstandige (in zijns-theoretische zin) zijnden, omdat zij, om überhaupt te kunnen bestaan, altijd een bepaling moeten zijn van iets anders (dan henzelf), en wel (een bepaling) van een zijnde dat wel zelfstandig is (een "Substantie"). Wanneer zo'n bepaling vervangen kan worden door een andere bepaling, zonder dat de haar 'dragende' Substantie verandert, wordt het een "Accident" genoemd. Zo zou dus ieder ding, ieder zijnde, een "Substantie-Accident Structuur" hebben. De Substantie, die de bepalingen aan zich heeft, bevat het "Wezen" van het betreffende ding, en het is in feite dit Wezen dat gelijk blijft onder wisselende bepalingen. De Substantie is het eigenlijke zelfstandige zijnde, terwijl de bepalingen slechts "zijnden-in-zekere-zin" zijn, zij zijn slechts "bijwezens". De (vervangbare) bepalingen "vallen toe" aan het Wezen, zij maken er geen deel van uit. Iedere echte Substantie (hier steeds in zijns-theoretische, of, zo men wil, metafysische zin) wordt door de Klassieke Substantie-Accident Metafysica (Zijns-metafysica) bovendien gezien als één ding, waarbij de eenheid helemaal van het ding zelf komt. Dus is bijvoorbeeld een  h u i s  niet zo'n eenheid omdat de eenheid die er is "van buiten" is gekomen (van de architect en van de bouwers). Daarom heeft een huis ook geen Wezen. Een organisme daarentegen is wel zo'n eenheid, het is één, en wel geheel en al krachtens zich zelf, het is "intrinsiek" één, en heeft dan ook een Wezen. De delen van zo'n "echt" ding zijn dan ook niet zelf weer dingen want dan zou het ding "veel" zijn, d.w.z. het zou dan toch niet één ding zijn. Deze "delen" zijn dan ook niet als zelfstandige zijnden aanwezig maar zijn bepalingen van dat ene ding. Men zegt ook wel dat de delen slechts "virtueel" in het (ene) ding bestaan. Wanneer dat ding uiteenvalt dan gaan die delen "actueel" bestaan.

Dit, en nog veel meer vinden we in de werken van (o.a.) St Thomas van Aquino (13e eeuw), welke zeker de grootste authoriteit op dit gebied was (en is).
Omdat de uiteenzettingen van St Thomas over dit onderwerp zakelijk en rationeel zijn, en omdat deze metafysica een zeer algemeen karakter heeft, zou het kunnen zijn dat deze theorie niet alleen uit historisch oogpunt interessant en belangrijk is, maar ook in thematische zin, hetgeen zou kunnen betekenen dat deze theorie ook vandaag nog steeds overeind staat. Dus vroeg ik mijzelf :   Hebben inderdaad alle bestaande dingen een "substantie-accident structuur", of hebben we hier te maken met een theorie die reeds lange tijd overwonnen is door nieuwe denkbeelden betreffende de algemene constitutie van dingen? Is het niet zo dat de resultaten van de moderne filosofie -- bijvoorbeeld betreffende onze wijze van het kennen van deze dingen (Een wijze van kennen die, hoe nuttig verder ook, misleidend zou kunnen zijn voor het opstellen van metafysische theoriën) -- maar in het bijzonder (de relevante algemene resultaten) van de Natuurwetenschap, resultaten, die gaan over verandering en omvorming in het algemeen, -- het verouderd zijn van deze klassieke substantie-accident metafysica duidelijk aan het licht brengen?
Het voorliggende onderzoek probeert deze vraag te beantwoorden.
Wat betreft de mogelijke inbreng van de zijde van de Natuurwetenschap :   Deze wordt door veel filosofen als niet toepasselijk gehouden. Mijn onderzoek zal aantonen dat deze inbreng wel degelijk toepasselijk is.
Van de zijde der moderne filosofie is er niet veel inbreng te verwachten, omdat zij zich steeds meer en meer is gaan concentreren op de psychologische verschijnselen in de Mens, en op ethische structuren, en zo de algemene filosofie en metafysica omzetten in een Mens-filosofie, waarbij dan alle algemeenheid die nodig is voor een universele substantie-accident metafysica verloren is gegeaan.
En wanneer deze metafysica tegenwoordig toch (nog wel ergens) besproken wordt, dan vindt het bijna altijd plaats in een historisch of apologetische contekst, of het vindt plaats in het milieu der analytische filosofen, maar dan betreft het een epistemologische benadering, geen zijns-theorie. Wanneer wij nu - terwijl we bezig zijn met de beantwoording van de boven gestelde vraag - een nadere blik werpen op de  o u d e  t e k s t e n  betreffende de substantie-accident metafysica, bijvoorbeeld die van St Thomas, dan valt direct op dat daar dingen, in het bijzonder levende wezens, holistisch geïnterpreteerd worden :   Een (individueel) levend wezen (maar evenzeer sommige anorganische dingen) is een strikte eenheid, en bestaat niet uit actuele delen en elementen (Als dat wel het geval zou zijn dan -- zo zagen we eerder -- zou zo'n ding een  v e e l h e i d  zijn in plaats van intrinsiek één ding). Deze delen zijn slechts op "virtuele" wijze aanwezig in het ding, zij zijn een verdeling van bepalingen van dat ene ding. Zelfs bewegende delen moeten zo geïnterpreteerd worden :   Zij zijn een veranderend patroon van bepalingen, d.w.z. allerlei bepalingen worden achtereenvolgens vervangen door andere, in de verschillende plaatsen in het ding.
Aldus blijkt dat een evaluatie van deze klassieke metafysica, in het licht van moderne inzichten, identiek is met een reductionisme-holisme discussie, welke inderdaad tegenwoordig intensief gevoerd wordt. Het Holisme ziet dingen zoals organismen als echte oorspronkelijke  g e h e l e n,  die ieder voor zich méér zijn dan de som van hun delen. Zij zijn niet reduceerbaar tot hun delen of elementen. Het Reductionisme daarentegen, ziet op z'n minst alle macroscopische dingen (dus ook organismen) als afgeleide, niet oorspronkelijke zijnden :   Zulke zijnden zijn niet zichzelf, maar zijn hun delen of elementen, zij zijn reduceerbaar tot hun elementen (Een Reductionisme-versus-Holisme discussie is in feite een moderne variant van de discussie tussen het Atomisme (Mechanicisme) van Democritus en het Hylemorfisme (Stof-vorm leer) van Aristoteles). En zo wordt een poging tot het rechtvaardigen van de Klassieke Substantie-Accident Metafysica een onderzoek naar het bestaan (en rechtvaardiging) van HOLISME met betrekking tot zekere individuele dingen. Gedurende dit onderzoek, en dat wil hier zeggen mijn onderzoek, bleek echter dat een zuiver holistische interpretatie van zulke dingen (inclusief organismen) niet mogelijk is. En dit zou dan betekenen dat de klassieke substantie-accident metafysica òf geheel verlaten, òf, zo mogelijk, wezenlijk veranderd en verbeterd zou moeten worden.
Maar een zuiver reductionistische interpretatie van diezelfde dingen bleek evenzeer niet mogelijk.
Kennelijk is slechts een of ander  c o m p r o m i s  op z'n plaats, en dit zou als volgt kunnen luiden :

Alhoewel de activiteiten in de wereld samengesteld schijnen te zijn uit "bottom-up" processen - processen die van "onderen op", dus met de elementen, beginnen (en als zodanig samengestelde dingen voortbrengen) -- is het toch niet zo dat de enige echte reële dingen (d.w.z. echte zijnden) zoiets zijn als de "elementaire deeltjes" of velden, ontdekt in de Natuurkunde, terwijl alle overige dingen slechts afgeleide aggregaten ("samenraapsels") van hen zijn. We kunnen, zo lijkt het, niet ontkennen dat er echte reële dingen zijn op macroscopisch niveau, zoals menselijke wezens, dieren of kristallen. Zij zijn  z i j n d e n  krachtens zichzelf ondanks het feit dat ze voortgebracht zijn door bottom-up processen. Zulke processen, echter, brengen niet slechts een veelheid van microscopische entiteiten samen tot een samengesteld ding, zij genereren, zo schijnt het, nieuwe "einheitliche" dingen, met een eigen identiteit en wezen.

Deze website onderzoekt deze processen in hun algemeenheid, en stelt de eenheid van hun voortbrengsels vast. Op deze wijze verkrijgen we zoiets als een "bottom-up holisme", d.w.z. een bottom-up benadering die toch niet geheel reductionistisch is, en tegelijkertijd een holistische benadering die toch niet helemaal "top-down" is.
Dit alles kan echter niet op een geheel en al a priori wijze gedaan worden, d.w.z. door zuiver redeneren alleen. Er moet daadwerkelijk naar de diverse bestaande dingen gekeken worden. Ik heb dit gedaan met de ogen van de Natuurwetenschap. En zo bespreek ik in het voorliggend onderzoek die dingen die echte intrinsieke reële dingen zouden kunnen zijn : moleculen, kristallen en organismen inclusief de mens (Niet opgenomen in mijn onderzoek zijn atomen en astronomische objecten zoals sterren).
Aldoende bleek het nodig om een aantal technische details over die dingen uiteen te zetten, bijvoorbeeld een inleidende uitleg betreffende de chemische binding, de inwendige structuur van kristallen en enkele algemene fysische en chemische standen van zaken met betrekking tot de constitutie van levende wezens. Deze zijn niet meer dan elementaire inleidingen en behoren als zodanig niet tot het eigenlijke onderzoek (maar moeten m.i. toch geraadpleegd worden omdat zij geïntegreerd zijn in dat (filosofisch) onderzoek). Zij zijn meegegeven omdat deze website uiteindelijk toch filosofen, of filosofisch geïnteresseerden als eventuele lezers voor ogen heeft, en deze over het algemeen weinig kennis lijken te hebben van dergelijke zaken.
Het hoofdprobleem in de beschouwingen op deze website - het probleem of de Klassieke Substantie-Accident Metafysica ook tegenwoordig nog steeds aanvaard kan worden, met of zonder verbeteringen, en als de laatste nodig zijn, waarin zulke verbeteringen dan zouden moeten bestaan - tracht ik op te lossen door het erbij betrekken van de moderne theorie van dynamische systemen. En aldoende is inderdaad gebleken dat de Klassieke Substantie-Accident Metafysica op succesvolle wijze kan worden aangepast aan moderne inzichten zonder al te veel wijzigingen. De aldus resulterende metafysica verschijnt dan als moderne zijns-leer, die tot taak heeft de algemene zijns-principes van dingen-voorzover-dingen uiteen te zetten. De resultaten van de Natuurwetenschap zijn dan op te vatten als specificaties van deze algemene zijns-principes.
Vanzelfsprekend kan, vanwege de breedheid van het onderzoek, niet geboogd worden op de presentatie van een "eens en voor altijd definitieve oplossing". Veel meer (gedetailleerd) onderzoek is nodig en wel in zulk een mate dat het één enkele onderzoeker, niet alleen wat betreft tijd, maar ook wat betreft competentie, ver te boven gaat.
Maar er is in ieder geval een mogelijke  r i c h t i n g  voor (verder) onderzoek gepresenteerd, en wel zo dat de filosofische dialoog open blijft naar vele vervolgrichtingen of naar totaal andere richtingen of benaderingen.


Wat nu volgt is een zeer beknopt  o v e r z i c h t  van zowel het daadwerkelijk op deze website uitgevoerde filosofisch onderzoek, alsmede de presentatie van meer technische en informatieve verhandelingen :

De website bestaat uit een groot aantal 'Essays' of 'Documents'. Dat zijn min of meer op zich zelf staande korte verhandelingen over een of ander onderwerp dat relevant is voor het gehele ondernemen op de site. Sommige Essays zijn tamelijk lang en zijn dan verdeeld in "Parts". Verder zijn de Essays samengevat in diverse "Series", waarin de samengevatte Documents een gemeenschappelijk motief hebben.

In feite bestaat de website uit Drie Delen (First Part of Website, Second Part of Website, Third Part of Website). Als je in een zo'n Deel bent, dan is er een aanklikbare inhoudsopgave alleen van dat betreffende Deel in het linker frame, en tevens op de eerste pagina van dat Deel.
Voor een volledig tabellarisch overzicht van de gehele website click de volgende link (Na raadpleging van dat overzicht, en het sluiten van dat scherm, kom je echter weer op de Homepage waarna je wederom moet klikken voor deze Nederlandse tekst om er mee verder te kunnen gaan. Hier dan de link :  COMPLEET TABELLARISCH OVERZICHT.

We gaan nu gewoon de hele website 'even' doorlopen.

De eerste Serie Essays ("Non-classical Series") begint met de Homepage, waarin het onderwerp van de site volgens twee gezichtspunten ingeleid wordt. Ook heb ik daarin iets over mijzelf vermeld. Verder vindt men er een uitgebreide aanklikbare inhoudsopgave (betreffende First Part of Website).
De overige Essays van deze Serie bevatten het volgende :

Hier volgt een korte karakterisering van datgene waarover het voornamelijk in de Essays van deze Serie gaat. Het is het centrale thema van de gehele website.

Het Wezen van een ding is volgens de Klassieke Zijns-metafysica dàtgene in dat ding (d.w.z. inwonend in dat ding) waardóór het ding inhoudelijk is wat het is.
Dit Wezen is dan iets dat  c o n s t a n t  blijft zolang het betreffende ding blijft bestaan, ondanks allerlei veranderingen die plaats (kunnen) vinden in en aan dat ding. Zo blijft Socrates wat hij is ondanks dat hij 's zomers gebruind is door de zon, en 's winters niet. Zijn lichaam verandert door het ouder worden, maar hij blijft Socrates. Zijn Wezen, dat maakt wat hij is, blijft gelijk onder wisselingen van mogelijke bepalingen.
Volgens het Nominalisme (welker leer recht tegenover die van de Klassieke Zijns-metafysica staat) is dit echter niet zo. Er bestaat geen Wezen, d.w.z. er is niet werkelijk zoiets in de dingen aanwezig dat zou beantwoorden aan datgene wat wij "Wezen" noemen. Socrates heeft geen vaste "watheid", hij verandert voortdurend. Maar omdat de veranderingen klein zijn, identificeren wij Socrates als steeds hetzelfde ding, en dat geven wij aan door het gebruik van een (eigen-)naam, of door het gebruik van termen zoals "Wezen". Dit Wezen zou hier ook kunnen slaan op het mens-zijn van Socrates. In dit geval zouden alle mensen hetzelfde wezen hebben. Volgens het Nominalisme zouden deze termen slechts klassificatie-gereedschap zijn om steeds een groep dingen aan te duiden die op elkaar lijken. Die dingen (van zo'n groep) lijken weliswaar op elkaar maar verschillen toch in alles. De gemeenschappelijke term die deze groep aanwijst, is niet meer dan een term, en correspondeert niet met iets in de werkelijkheid.
In al de Essays van deze eerste Serie gaat het dan ook uiteindelijk om de vraag òf dingen zo'n "Wezen" ook werkelijk (kunnen) hebben, en zo ja, welke dingen dan inderdaad zo'n Wezen hebben, en welke dingen niet, en in het laatste geval, waarom niet. En in het geval van dingen met een Wezen, moet worden gevraagd waar in het ding dat Wezen zetelt, en wat voor zijnswijze het heeft.
De Klassieke Zijns-metafysica heeft deze vragen nooit bevredigend kunnen beantwoorden, en dus zou het kunnen zijn dat haar theorie verouderd is, daar er inderdaad veel tegen ingebracht kan worden, niet alleen van de zijde van het Nominalisme maar ook van de zijde van de Natuurwetenschap.
Door mijn benadering met behulp van de moderne theorie van dynamische systemen heb ik de vragen ten gunste van de Klassieke theorie kunnen oplossen :

Ieder echt ding (zijnde) dat vanwege zichzelf één is, en dus niet een aggregaat (een "samenraapsel") is, is voortgebracht door een dynamisch systeem. Dit systeem bestond aanvankelijk uit losse systeem-elementen. Deze elementen gaan vervolgens een interactie met elkaar aan, resulterend in een of ander vast en stabiel patroon. Dit voortgebrachte stabiele patroon van al of niet veranderde systeem-elementen is nu "ons ding", en het Wezen van dat ding is identiek met de Dynamische Wet dat het genoemde dynamische systeem dirigeerde. Deze dynamische wet komt niet van buiten, maar is immanent (inwonend) in de elementen van het betreffende dynamische systeem, echter op een verspreide wijze :   Ze is niet aanwezig in één van hen, en ook niet als gehele wet in ieder van hen. Ze is abstract.
Wat zijn deze systeem-elementen? Wel, met betrekking tot in feite alle dingen, zijn zij uiteindelijk de ATOMEN. Inderdaad kan ieder ding opgevat worden als een combinatie of dans van atomen. Deze zelf veranderen daarbij niet (dat gebeurt alleen in kernreacties en radioactief verval van instabiele chemische elementen). En als we zouden afdalen tot onder het niveau van een atoom (om de 'uiteindelijke' systeem-elementen te vinden), dan komen we in een bereik waar die zaken die we daar aantreffen niet meer als volwaardige zijnden (dingen) op te vatten zijn :   Zij zijn deficiente zijnden. Dit vanwege hun merkwaardig quantum-gedrag : Zij zijn niet meer (zoals 'gewone' dingen) volledig bepaald (Zie het Essay over Quantummechanica). De atomen kunnen dus systeem-elementen zijn en aldus de dynamische wet herbergen. In feite moeten we het zo uitdrukken :   Een collectie (van verschillende) losse atomen herbergt een groot aantal mogelijke dynamische wetten. Het zijn echter de omstandigheden die bepalen welke wet in werking zal treden. Als deze wet eenmaal in werking getreden is, "loopt" het dynamische systeem, en dat betekent dat de systeem-elementen met elkaar interageren, waardoor het dynamische systeem een aantal stadia doorloopt (Dit wordt allemaal nader uitgelegd in de Essays van deze Serie). Wanneer nu het dynamische systeem uitkomt op een stabiel regelmatig patroon van z'n systeem-elementen, dan kunnen we zeggen dat er een "Totaliteit" gevormd is, d.w.z. een (nieuw) ding of zijnde. Het Wezen van dit ding is dan de dynamiche wet van het dynamische systeem dat het ding gegenereerd heeft.
Dit alles is natuurlijk slechts een zeer beknopte schets van waarover het in de Non-classical Series van Essays gaat. Men moet deze raadplegen om het precies te weten. De Homepage geeft twee goed begrijpelijke inleidingen vertrekkend vanuit twee gezichtspunten.

De tweede Serie Essays ("Classical Series"), concentreert zich op de historische wortels van de Substantie-Accident Metafysica. In feite liggen deze wortels bij Aristoteles (4e eeuw voor Chr.), maar de theorie is dermate grondig uitgewerkt door St Thomas van Aquino (13e eeuw na Chr.), dat we ons op zijn teksten concentreren. Een aantal van deze teksten worden gegeven in een engelse vertaling (vanuit het Latijn), alsmede uitgelegd en bekommentarieerd.
De Essays van deze Serie gaan over :

De derde Serie Essays ("Critical Series"), bevat Essays die zich kritisch opstellen tegenover de (Klassieke) Substantie-Accident Metafysica, en wel in die mate dat het (thematische) bestaansrecht ervan in het geding is.
De Essays van deze serie gaan over : De vierde Serie Essays ("Special Series"), gaat  d i e p e r  in op sommige dingen, d.w.z. sommige concrete zijnden, die in de voorafgaande Essays veel aan de orde gekomen zijn, namelijk :   Kristallen en Organismen.
Hier, in deze vierde Serie, gaan we een aantal aspecten van hun  b o u w  bekijken, en wel in het bijzonder hun symmetrie en gestalte.
Naast de vele andere eigenheden (van kristallen en organismen) vat ik deze 'features' (symmetrie en gestalte) op als bepaalde EFFECTEN van het Wezen van zo'n ding. In de eerste Serie Essays (de Non-Classical Series) hebben we vastgesteld dat het WEZEN van een echt zijnde (b.v. van een kristal of van een organisme) identiek is met de DYNAMISCHE WET van dat dynamische systeem welke dat zijnde voortgebracht heeft, of in principe voort kan brengen. Deze dynamische wet is immanent ( = 'inwonend') in de elementen van dat dynamische systeem. Zij is echter, zoals reeds eerder gezegd, op een  v e r s p r e i d e  manier er in aanwezig, d.w.z. de wet huist niet in een van die elementen, en ook niet als gehele wet in ieder element. De dynamische wet is dus in behoorlijke mate abstract. Zij huist, zoals ik in de eerste Serie Essays heb vastgesteld, in het "genotypische domein" van het betreffende ding, terwijl haar effecten in het "fenotypische domein" huizen.
De Speciale Serie Essays behandelt nu een aantal van deze effecten.
Er zijn natuurlijk veel soorten van zulke effecten. Ik heb mij echter geconcentreerd op de effecten SYMMETRIE en GESTALTE (van steeds een individueel ding). Zij worden behandeld in de Essays van de Special Series, en wel, zoals gezegd, met betrekking tot Kristallen en Organismen.
Ondanks het feit dat er een zekere analogie heerst tussen kristallen en organismen, verschillen zij sterk in bouw en moeten hun symmetrieën en gestalten anders beoordeeld en behandeld worden.
Het eerste gedeelte van de Speciale Serie Essays bestrijkt de Kristallografie, en behandelt (na een korte inleiding over de interne bouw) de externe bouw van kristallen. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de interne bouw van kristallen, om te beginnen met behulp van zaken zoals die in (imaginaire) twee-dimensionale kristallen te verwachten zijn. (Om de rest van de Essays te gaan zien moet de bezoeker op de laatste link van het linker frame klikken, of op de laatste link van de inhouds-opgave zoals die gegeven is op de homepage.). Vervolgens wordt verder gegaan met de inwendige bouw van reële, d.w.z. drie-dimensionale kristallen. Aangezien deze echter ingewikkeld zijn, en tekeningen niet veel zullen bijdragen tot een betere voorstelling van die inwendige bouw, ben ik genoodzaakt het een en ander langs meer wiskundige lijnen te behandelen. De wiskundige theorie bij uitstek, die  s y m m e t r i e  beschrijft, analyseert en onderzoekt (en speciaal de inwendige symmetrieën die translaties involveren (ook van twee-dimensionale objecten (patronen)), is de Groepentheorie. Deze theorie zal ons zeker inzicht geven in de interne bouw van drie-dimensionale kristallen, en tegelijk ook van de symmetrie die we in andere objecten vinden, zoals organismen (Verderop in de website zullen dan ook organismen worden onderzocht op hun symmetrie :  organische Promorphologie). Aan een algemene behandeling van deze (wiskundige) theorie zijn meer dan 30 documenten gewijd. Daarna volgt dan de uiteindelijke symmetrie-theorie voor drie-dimensionale kristallen, die gebruik maakt van de Groepentheorie. Alhoewel de documenten over deze Groepentheorie zo geschreven zijn dat iedereen ze kan begrijpen met relatief weinig wiskundige voorkennis, kan de lezer ze eventueel overslaan, want als we het twee-dimensionale gebeuren (als uiteengezet op deze website) goed begrepen hebben dan hebben we toch wel een goed idee hoe het dan zit bij drie-dimensionale kristallen (Het extra symmetrie-element dat er dan nog bij moet komen is de schroef-as).
De Groepentheorie heeft ook een filosofische betekenis (die, naar mijn weten nergens wordt behandeld) als het gaat over de symmetrie van natuurlijke objecten zoals kristallen en organismen :  Een bepaalde symmetrie van een gegeven object wordt beschreven door de betereffende symmetriegroup. Deze laatste drukt niet het daadwerkelijke ontstaan uit van die betreffende symmetrie -- dat doet de dynamische wet (plus begincondities) die dat object met die symmetrie genereert. In deze zin heeft the symmetriegroep geen causale betekenis. Maar in een ander opzicht heeft ze dat wel. De symmetriegroup IS namelijk de symmetrie van dat object, in die zin dat als we vragen WAT die gegeven symmetrie nu eigenlijk is, dan is het algemene antwoord dat ze een (intrinsieke) eigenschap van dat object is. Maar als we dan vragen WAT die betreffende symmetrie in het bijzonder is, dan vormt de symmetriegroup het enige echte antwoord :  De symmetriegroup beschrijft niet alleen de symmetrie, ze IS die symmetrie. Als zodanig is ze een immaterieële VORM (in metafysische zin) die opgenomen is in een materieel substraat, en als VORM is ze een van de ontologische oorzaken van dat betreffende object. Ze is een constituerend onderdeel van dat object, van dat ding, zonder zelf reeds een ding te zijn.
De STRUCTUUR van een natuurlijk ding is een van de producten van het dynamisch systeem dat dat ding gegenereerd heeft, en SYMMETRIE is het belangrijkste aspect van STRUCTUUR. Niet de gehele structuur kan uitgedrukt worden met symmetrie, omdat symmetrie de opbouw van een ding beschrijft in termen van een fundamentele asymmetrische eenheid die op een regelmatige manier herhaald wordt (hetgeen symmetrie tot gevolg heeft). Die laatste fundamentele asymmetrische structurele eenheid kan niet verder groepentheoretisch geanalyseerd worden. Dit betekent dat als we bij de beschouwing over de symmetrie van een gegeven ding zijn aangekomen bij zo'n laatste asymmetrische structurele eenheid, we deze dan op een andere manier verder moeten onderzoeken. Dit kan gedaan worden door het betreffende dynamische deel-systeem te onderzoeken dat verantwoordelijk is voor het genereren van die asymmetrische eenheid, of, b.v. in het geval van organismen, door een functioneel onderzoek, d.w.z. een onderzoek naar de speciale (organische of mechanische) functie die die asymmetrische eenheid heeft binnen het geheel. En, inderdaad, kan zo'n asymmetrische eenheid heel veel omvattend zijn. Bij de meeste dieren (wanneer we hun symmetrie bestuderen) is die asymmetrische eenheid de helft van het lichaam, en bij sommige organismen zelfs het gehele lichaam.

Het volgende gedeelte van de Speciale Serie Essays behandelt de symmetrie en gestalte van Organismen. De discipline die dit behandelt heet Promorfologie (zo genoemd door Ernst Haeckel, die haar voor het eerst opgesteld heeft (1866)). Hier wordt van ieder organismen type de z.g. "ideale stereometrische grondvorm" bepaald, door in het organisme een of meer imaginaire  a s s e n  te 'vinden' die elkaar snijden in het geometrisch centrum van het organische lichaam. Het aantal, de ligging, de verdeling, en de relatieve lengte van deze assen, en de hoedanigheid van hun  p o l e n  zijn nu bepalend voor de stereometrische grondvorm van het betreffende organisme.
Dat we hier -- m.b.t. organismen -- een andere benadering als bij kristallen volgen (wat betreft symmetrie en gestalte), komt door het feit dat kristallen en organismen heel verschillend gebouwd zijn :   Terwijl kristallen een  p e r i o d i e k e  bouw vertonen, hetgeen betekent dat een bepaalde microscopische eenheid in drie ruimtelijke richtingen voortdurend herhaald wordt, waarbij hun oriëntatie dezelfde blijft,   vertonen organismen een  "t e c t o l o g i s c h e"  bouw, hetgeen betekent dat ook daar weliswaar vaak eenheden herhaald worden, waarbij echter hun oriëntatie in de regel niet gelijk blijft, en waarbij bovendien de herhaalde eenheden niet noodzakelijkerwijs (zoals wel het geval is bij kristallen) congruent zijn. De (in de regel macroscopische) eenheden, die het organische lichaam opbouwen, kunnen zich rond een (denkbeeldig) middelpunt, lijn of vlak groeperen. Zo ontstaan bol-achtige, cylindrische, kegelvorminge, pyramidale of bilateraal-symmetrische gestalten. Al deze gestalten vinden we, behalve bij veel andere organismen, in het bijzonder bij Radiolariën : Dat is een groep een-cellige organismen die een zwevend bestaan leiden in de zee, op verschillende diepten. Zij vormen uitermate sierlijke skeletjes meestal bestaande uit kiezel. De vormen-rijkdom van deze skeletjes is bijna onuitputtelijk.
De systematische uiteenzettingen over deze ideale stereometrische grondvormen van organismen zullen in een fors aantal Essays uitgevoerd worden.
Deze grondvorm is een interessant aspect van organismen. Ze representeert de globale ruimtelijke ordening van een gegeven organisme. Hoe deze globale ordening daadwerkelijk tot stand komt, d.w.z. hoe ze veroorzaakt wordt, is nog onduidelijk. Voor een zijns-theoretische beschouwing is het echter voldoende te stellen dat deze ordening tot stand komt door de Dynamische Wet, van dat dynamische systeem dat dat organisme voortgebracht heeft.

Hiermee is dan voorlopig de Speciale Serie Essays, en daarmee Deel Een en Deel Twee van onze website, afgerond. Enkele Essays zijn weliswaar aangekondigd en kort aangegeven, maar moeten in feite nog geschreven worden, hetgeen spoedig gebeuren zal.


Holisme als een alternative wereldbeschouwing

De algemene filosofische visie, die uiteengezet is, en aan de basis ligt, van onze beschouwingen in deze website, is meer of minder  r e d u c t i o n i s t i s c h.  van aard. Dat will zeggen dat de Wereld gezien wordt als bestaande uit min of meer van elkaar gescheiden en (min of meer) onafhankelijke objecten (dingen, deeltjes, etc.) die met elkaar (kunnen) interageren en zo in veel gevallen nieuwe dingen vormen. Dit is in grote lijnen ook de visie die wordt aangehouden in the huidige Natuurwetenschap.
Of deze visie ook in de toekomst stand blijft houden is lang niet zeker. Wel is het zo dat de essentie van verklaren juist dit terugvoeren is van ingewikkelde dingen tot hun eenvoudigere delen (die al of niet zelf omgevormd zo'n ingewikkeld ding tot stand hebben gebracht door met elkaar te hebben geïnterageerd). Het is echter maar de vraag of de meer 'fundamentele' delen eveneens ook altijd eenvoudiger zijn dan datgene dat zij gevormd hebben. Inderdaad moet dit zo zijn als het betreffende ingewikkelde ding volledig is terug te voeren op z'n samenstellende delen of op de elementen van het dynamische systeem dat dat ding gegenereerd heeft. Het zou echter zo kunnen zijn dat die delen of elementen niet geheel 'op eigen kracht' de totstandkoming van dat ingewikkelde ding (b.v. een organisme, of een kristal) kunnen garanderen. Hiervoor zijn inderdaad aanwijzingen. En als dit inderdaad voor veel gevallen zo is, dan moeten we een veel subtielere generatieve grond aannemen die de processen in zekere zin stuurt. Maar dan is het 'fundamentele' (n.l. die generative ground) niet meer eenvoudiger dan datgene wat gegenereerd wordt. En voor nog subtielere processen moeten wellicht nog diepere en nog subtielere generative gronden worden aangenomen (b.v. voor het ontstaan van bewuste wezens). Dit alles zou dan betekenen dat als we in ons onderzoek naar de aard en herkomst van processen en van dingen, verder terug gaan naar diepere generative gronden, we steeds complexere standen van zaken aantreffen in plaats van eenvoudigere. Alles wat er gebeurt, en wat tegelijk toegankelijk is voor onze waarneming, zou dan berusten op een veel subtieler werkelijkheidsbereik, dat samen met het waarneembare een dynamische Totaliteit vormt. Ieder waarneembaar gebeuren zou dan begrepen moeten worden vanuit de  t o t a l e  situatie van de gehele Werkelijkheid. Dit betekent dat er infeite geen gescheiden en min of meer onafhankelijke dingen bestaan, maar dat alles tot één Geheel verbonden is. Dit Geheel werkt dan min of meer zoals een organisme.
Er zijn natuurlijk reeds veel van zulke  h o l i s t i s c h e  theorieën voorgesteld. Maar veel ervan zijn niet erg overtuigend. Ik zelf heb twee van zulke holistische theorieën gevonden, die zelfs nauw met elkaar verwant zijn en elkaar op belangrijke punten aanvullen, en die een behoorlijke overtuigingskracht hebben :  De Theorie van Morfogenetische Velden (Formatieve causatie) van Rupert SHELDRAKE (1981, 1988), en de Theorie van de Impliciete Orde van David BOHM (1980, 1987).
De laatste is meer fundamenteel, en het is deze dan ook (maar dan aangevuld met elementen uit SHELDRAKE's theorie) die ik behandel (zoals gezegd als  a l t e r n a t i v e   w e r e l d v i s i e,  want filosofie moet een  d i a l o o g  blijven) in het  Derde Deel van mijn website,  en dit derde deel is toegankelijk met behulp van de volgende LINK :

HIER, voor Holistisch deel van de website

Het resultaat van zo'n holistische beschrijving van de Wereld (de Werkelijk heid als geheel) is dat de processen infeite een coördinatie met betekenis voorstellen. En die betekenis is verankerd in de diepste holistische grond van deze wereld. Reductionisme is beperkt en levert slechts een voorlopige basis voor uitleg van de processen in deze wereld. De natuurwetten, opgesteld door de Natuurwetenschap, zijn slechts abstracties en benaderingen (soms heel goede benaderingen) van wat er werkelijk plaatsvindt. Het is daarom noodzakelijk om deze wereld pluralistisch te beschrijven vanuit diverse gezichtspunten, hetgeen we op onze website dan ook doen met de twee benaderingen, de reductionistische (Eerste en Tweede Deel van de website) en de holistische (Derde Deel van de website).




Het is nooit weg om reacties, kritische aanmerkingen of vragen te ontvangen, dus, e-mail mij gerust, mijn adres is het volgende :   lovelace@hetnet.nl

Wanneer dit venster geraadpleegd is, sluit het dan, en je bent weer terug op de hoofdpagina.

**********************

back to homepage

.